KleurenBlind
KleurenBlind

Soorten

Door de wijze waarop licht wordt waargenomen en wordt verstuurd naar de hersenen om daar te worden verwerkt, is het niet raar dat er soms iets verkeerd gaat. Er kan wat mis zijn met de kegeltjes, staafjes en/of fotopigmenten, signalen komen niet in de hersenen aan of de beeldvorming gaat mis. Vreemd is het dan ook niet dat er vele verschillende redenen voor afwijkingen in het zien van kleuren zijn.

Achromatopsie

1 2
v.l.n.r.
1: normaal kleurenzien of trichromatopsie
2: achromatopsie

Geen enkel kegeltje is werkzaam, beelden zijn in zwart, wit en grijstinten. Dit is totale kleurenblindheid, geen enkele kleur wordt waargenomen. Het komt zeer zelden voor en kan een aantal oorzaken hebben, bijvoorbeeld:

Een goed voorbeeld van achromatopsie staat beschreven in: De vrouw zonder lichaam, Alle verhalen uit de praktijk, door Oliver Sacks, 1999: Meulenhof, p. 214-238.

Monochromatopsie

Hierbij is slechts 1 van de drie kegeltjes (rood, groen of blauw) werkzaam, waarnaar de afwijking is vernoemd. Ook monochromatopsie is een zeldzame afwijking.

Dichromatopsie

1 2 3 4
v.l.n.r.
1: normaal kleurenzien of trichromatopsie
2: Protanopie
3: Deuteranopie
4: Tritanopie

Twee van de drie kegeltjes zijn functioneel. De derde variant, tritanopie, is dusdanig zeldzaam dat er nog weinig van bekend is. Het vermoeden bestaat dat niet alleen het fotopigment mist, maar ook de kegeltjes.

Anomale trichromatopsie

1 2 3 4
v.l.n.r.
1: normaal kleurenzien of trichromatopsie
2: Protanomalie
3: Deuteranomalie
4: Tritanomalie

Het zien van kleuren is normaal, maar 1 van de fotopigmenten heeft een verschoven optimale gevoeligheid voor een bepaalde kleur (bijvoorbeeld groen van 530 nm naar 520 nm). Hierdoor veranderd de kleuren waarneming. Deuteranomalie is de meest voorkomende afwijking bij het zien van kleuren. Dit geldt voor zowel mannen als vrouwen.

Trichromatopsie

Zo wordt het genoemd als je een normaal kleurenzicht hebt.

Tetrachromatopsie

Studies naar erfelijkheid lieten in 1948 zien dat de mogelijkheid bestaat voor vrouwen om 4 kleuren te zien. Naast de rode, groene en blauwe is er dan een vierde pigment die de mogelijkheid geeft om een 'extra' kleur rood of groen waar te nemen. Hierdoor is het mogelijk om beter kleuren te onderscheiden of in andere woorden meer kleurnuances te onderscheiden.

Nyctalopia

of nachtblindheid kenmerkt zich door slecht zien bij weinig licht. Dit kan ontstaan door een (erfelijke) genetische afwijking in de staafjes/rhodopsin of een vitamine A-tekort.

In tabel 1 hieronder is voor elk van de verschillende stoornissen aangegeven in welke mate ze voorkomen bij de Westerse man en vrouw.

Afhankelijk van de afkomst, komt kleurenblindheid meer of minder voor. Ongeveer 8% van de Westerse, 5% van de Aziatische en 4% van de Afrikaanse mannen heeft een vorm van rood-groen kleurenblindheid. Voor de vrouw heeft afkomst geen invloed, ongeveer 0.4% heeft een vorm van rood-groen kleurenblindheid.

Tabel 1. Voorkomen van soorten kleurenblindheid

Soort

Man

Vrouw

Achromatopsie

0.003%

0.002%

Monochromatopsie

Rode kegel

0.010%

0.010%

Groene kegel

0.010%

0.010%

Blauwe kegel

0.001%

0.001%

Dichromatopsie

Protanopie

1.000%

0.001%

Deuteranopie

1.100%

0.001%

Tritanopie

0.001%

0.002%

Anomale trichromatopsie

Protanomalie

1.000%

0.001%

Deuteranomalie

4.900%

0.380%

Tritanomalie

0.001%

0.001%

Tetrachromatopsie

n.v.t.

0.001%

Nyctalopia

Onbekend

Onbekend


Totaal

~8.0%

~0.4 %

☰ menu