KleurenBlind
KleurenBlind

Geschiedenis

Eerste beschrijving

Een eerste beschreven geval van kleurenblindheid, komt uit het spreekuur van dokter D. Turbervile. Een vrouw van begin 20 komt op bezoek voor haar ogen. Hoewel ze goed zicht heeft, is ze niet in staat enige kleuren te onderscheiden. Dit beschrijft dr. Turbervile in een brief (1) uit 1684 aan de Royal Society in London:

Vertaling: "Een dienstmeisje, twee of drie en twintig jaar oud, kwam naar mij toe uit Banbury, die goed zicht had maar geen kleuren naast zwart en wit. Ze had zulke flikkeringen 's nachts, (met het verschijnen van stieren, beren, etc.), dat ze heel erg bang was; ze kon zien om soms te lezen in de grootste duisternis voor bijna een kwart van een uur."

John Dalton

Het verschijnsel kleurenblindheid (of Daltonisme) wordt voor het eerst onderzocht door John Dalton. Dalton was een groot wetenschapper uit de 18de eeuw die bekend is geworden door het opstellen van de atoomtheorie (alle elementen bestaan uit kleine onverwoestbare deeltjes) en zijn werk over gasdruk (Dalton’s wet). Op 31 oktober 1794 geeft hij aan de Manchester Literary and Philisophical Society een lezing over kleurenblindheid vanuit zijn eigen ervaringen en bevindingen; Dalton was namelijk zelf ook kleurenblind. De lezing resulteerde in zijn eerste wetenschappelijke publicatie (1798): Extraordinary facts relating to the vision of colors (2). Enkele jaren later, in 1802, wordt het idee dat er 3 ‘mechanismen’ zijn om kleuren te zien (de Young-Helmholtz theorie) gepubliceerd (3). Het eerste ‘mechanisme’ is het meest gevoelig voor rood, de tweede voor groen en de laatste voor blauw/voilet.

Tijdens de lezing verklaart Dalton zijn kleurenblindheid als gevolg van een blauwe verkleuring van het glasachtig lichaam, die selectief het rood-groene licht eruit absorbeerde. Overtuigd van zijn eigen verklaring gaf Dalton de instructies dat na zijn dood zijn ogen uit het hoofd te halen en te bekijken. Van een blauwe verkleuring echter was niks te vinden. Men nam toen aan dat de hersenen van Dalton niet voldoende waren ontwikkeld om alle kleuren te kunnen zien.

Erfelijkheid

In 1845 laat de Britse arts P. Earle zien dat kleurenblindheid een erfelijke afwijking is door vijf generaties van zijn eigen familie te onderzoeken (4). Hieronder staat het overzicht van de 5 generaties en het voorkomen van kleurenblindheid.

De Zwitserse J. F. Horner, die studie doet naar het oog (ophthalmologie), wijst in 1876 er voor het eerst op dat kleurenblindheid een erfelijke afwijking kan zijn die via een vast patroon wordt doorgegeven. Horner laat dit zien door het beschrijven van een rood-groen kleurenblinde man met een normaal kleurenziende dochter. De kleinzonen van deze dochter zijn allen kleurenblind. De Amerikaanse E. B. Wilson, die studie doet naar de cel (cytologie), stelt in 1911 dat het vaste patroon van Horner kan worden verklaard. Dit door aan te nemen dat erfelijke informatie (of gen) voor kleurenblindheid op 1 van de 23 erfelijke informatie dragers (of chomosomen) ligt. Het gen ligt op het X-chromosoom (5) en daarom is kleurenblindheid een X-chromosomale afwijking.

Hersenen

De Zwitserse oogarts L. Verrey stelt in 1888 dat het zien van kleuren in een apart gedeelte van de hersenen plaats vindt: het zogenaamde kleurencentrum (6). In die tijd ging dit lijnrecht tegen de heersende veronderstelling in: er was 1 deel in de hersenen waarbij zien en het zien van kleuren op hetzelfde moment gebeurde. Rond 1980 zijn technieken beschikbaar om aan te tonen waar het zien van kleuren in de hersenen gebeurt. Achterin de hersenen ligt de visuele cortex, een gebied dat zorgt voor het zien. Het bestaat uit 5 opeenvolgende delen. Onder andere A. en H. Damasio bepalen met grote nauwkeurigheid dat 'beelden' worden gevormd in de delen V1 en V2, deel V3 geeft ruimtelijke- en bewegingsinformatie, deel V4 kleurt de beelden in en deel V5 laat objecten in beeld bewegen (7, 8, 9).

Fotopigment

Sinds Dalton is de wetenschap enorm gegroeid en de kennis over het waarnemen van kleuren ook. Vele details zijn bekend hoe het zien van kleuren tot stand komt en welke afwijkingen kunnen voorkomen. Met de tegenwoordige laboratorium technieken is het nu mogelijk om de oorzaak van de erfelijke afwijkingen te vinden, waarmee de gevolgen voor het zien van kleuren kunnen worden verklaard. Wetenschapper J. Nathans heeft in 1986 bepaald dat het rode en groene fotopigment voor 96% op elkaar lijken. Het blauwe fotopigment vertoond voor 41% gelijkenis met het rode en groene fotopigment (10).

In 1995 hebben onderzoekers onder leiding van J. Mollon uit een bewaard oog van John Dalton erfelijk materiaal gehaald. Dit is later bestudeerd en laat zien dat John Dalton een deuteranoop was, ofwel totaal groen kleurenblind (11).

Bronnen:

  1. Turbervile D., Several Remarkable Cases in the Physick Relating Chiefly to the Eyes. Philisophical Transactions of the Royal Society, 1684, vol 14, no. 155-166: p. 736-738 - Link
  2. Dalton J, Extraordinary facts relating to the vision of colours: with observations. Memoirs of the Literary and Philosophical Society of Manchester, 1798, vol 5: p. 28-45
  3. Helmholtz von, H. L. F., Handbuch der physiologischen optik. 1st ed. 1886, Hamburg, Germany: Voss.
  4. Earle P., On the inability to distinguish colours. American Journal of the Medical Sciences, 1845, NS9: p. 346-54
  5. Wilson, E. B., The Sex Chromosomes. Arch. Mikrosk. Anat. Entwicklungsmech, 1911, vol 77: p. 249-271
  6. Verrey, L., Hémiachromatopsie droite absolue. Conservation partielle de la perception lumineuse et des formes. Ancien kyste hémorrhagique de la partie inférieure du lobe occipital gauche. Archives d'Ophthalmologie, 1888, vol 8: p 289-301
  7. Damasio, A., Central achromatopsia: behavioral, anatomic and physiological aspects. Neurology, 1980, vol 30: p. 1064-1071 - Link
  8. Essen van, D. C., Information processing in the primate visual system: an integrated systems perspective. Science, 1992, vol 255: p. 419-423 - Link
  9. Livingstone, M. S., Segregation of form, color movement and depth: anatomy, physiology, and perception. Science, 1998, vol 240: p. 740-749 - Link
  10. Nathans, J., Molecular genetics of human color vision: the genes encoding blue, green and red pigments. Science, 1986, vol 232: p. 193-201- Link
  11. Hunt, D.M., The chemistry of John Dalton's color blindness. Science, 1995, vol 267: p. 984-989 - Link
☰ menu